Dispersielijm

Al meer dan 50 jaar worden dispersielijmen (witte houtlijmen) dagelijks in de werkplaats gebruikt. Waarmee dient men bij de verwerking rekening te houden? Kantenspecialist OSTERMANN beantwoordt veel voorkomende vragen.

1. Wat betekent het woord "dispersielijm"?

Dispersielijmen zijn vloeibare lijmen op waterbasis, door het drogen verdwijnt het aandeel water en blijft er lijmstof over. Bij de dispersielijmen horen bijvoorbeeld alle witte (hout)lijmen. Deze worden voor het verlijmen van zacht- en hardhout, plaatmateriaal en HPL gebruikt en voor de verlijmingen van brede voegen, blokverlijming, korpusverlijming en montageverlijming. Door het toevoegen van verharder kunnen de kleef- en hechteigenschappen verhoogd worden. OSTERMANN voert lijmen en verharders van verschillende toonaangevende fabrikanten en topmerken en voor diverse omstandigheden en toepassingen.

Tip: Kwalitatief hoogwaardig en prijsgunstig zijn de lijmen die gevoerd worden onder het door OSTERMANN ontwikkelde kwaliteitsmerk REDOCOL.

2. Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van hechtingsproblemen?

Voor een perfect resultaat dient er met een aantal factoren rekening gehouden te worden, welke op het technisch gegevensblad van de lijm zijn aangegeven. Worden deze niet nauwkeurig opgevolgd dan kan dit leiden tot hechtingsproblemen. Een veel voorkomende verwerkingsfout is het overschrijden van de open tijd. Als de open tijd overschreden wordt, bijvoorbeeld als het aanbrengen van lijm op grotere oppervlakken te lang duurt en daardoor velvorming door uitharding ontstaat, zal er onvoldoende lijmoverdracht zijn en is er geen optimale hechting tussen beide onderdelen. Een andere verwerkingsfout is het niet aanhouden van de minimale perstijd. Deze wordt op het technisch gegevensblad van het product beschreven, maar is ook afhankelijk van verschillende factoren zoals de houtsoort, omgevingstemperatuur, persdruk en de perstemperatuur. Hardhout en hars- of oliehoudende houtsoorten hebben bijvoorbeeld een langere perstijd.

3. Waarom kan de omgevingstemperatuur tot hechtingsproblemen leiden?

De op het technisch gegevensblad aangegeven open tijd is getetst conform de internationale standaardnorm EN 16556. Bij een lagere temperatuur is de open tijd langer. Bij temperaturen boven de 30°C is de open tijd aanzienlijk korter. Een sprong in temperatuur van 10°C verkort de open tijd met circa één derde. Elke lijm kent een temperatuur waaronder de lijm niet meer zal uitharden. De lijm blijft dan wit, daarom heet dit ook het witpunt. Is de omgeving of het te verlijmen materiaal te koud, dan bestaat de kans op dit wit effect en daarmee een slechte eindsterkte.

4. Zijn dispersielijmen waterbestendig?

De watervastheid van witte lijmen wordt bepaald volgens een Europese norm. Er zijn 4 klassen. D1 is niet vochtbestendig en is voor een droog binnenklimaat, D2 is vochtbestendig en is voor binnen met af en toe korte vochtbelasting, D3 is waterbestendig en voor binnen met regelmatig vochtbelasting (bijvoorbeeld badkamers) D4 is watervast en voor buiten geschikt mits er een adequate oppervlaktebescherming aangebracht wordt.

5. Waar dient men rekening mee te houden bij het gebruik van een verharder?

Om te zorgen dat de witte lijm en verharder een homogeen mengsel vormen, dient het bij kleinere hoeveelheden in de regel minimaal 5 minuten krachtig gemixt te worden. Voor grotere hoeveelheden kan een standaard boormachine met een spiraalmenger gebruikt worden. Hier dient dan langer gemengd te worden (als basisregel: per 10 kg lijm 5-10 minuten mengen). Maar met een laag toerental. De snelheid van het mengen heeft invloed op de kwaliteit van het lijmmengsel en kan de verwerkingstijd aanzienlijk verkorten. Bij machinaal mixen dient er rekening gehouden te worden met de draairichting van de boor. Deze dient met de klok mee te lopen. Bij een langere verwerkingstijd dient men de lijm voor het aanbrengen nogmaals te roeren.

6. Waarom is de pH-waarde van belang?

Dispersielijmen kunnen de kleur van hout „aanwakkeren“. Reden hiervoor is het zuurgehalte van lijm, dat vooral bij looistof en tanninehoudende houtsoorten tot verkleuringen kan leiden. Witte lijmen met de duurzaamheidsklasse D1 en D2 zijn pH-neutraal en veroorzaken geen verkleuringen. Traditionele D3-dispersielijmen hebben een pH-waarde van 2,5 - 3,5 en worden daardoor als zure lijmen aangeduid. Vooral bij het werken met bijzonder verkleuringsgevoelige houtsoorten, zoals Kersen en Esdoorn, maar ook bij dunne fineren, kan door zure pH-waardes houtverkleuring ontstaan. Of en hoe snel een houtsoort verkleurt, is ook afhankelijk van waar het hout vandaan komt, van de plaats en de regio. Ook warmte en UV-straling, waaraan het eindproduct blootgesteld wordt, spelen hierbij een rol. Sinds ca. 10 jaar is er daarom een pH-neutrale D3-lijm met een pH-waarde van 5,0 - 7,0.

7. Waarom mag de lijm niet in contact komen met ijzer?

Wanneer de „zure“ dispersielijm met ijzer in contact komt, ontstaat een blauwe verkleuring van het hout. Daarom dienen alle delen, die met de lijm in aanraking komen, van edelstaal (V2A / V4A) of van kunststof te zijn. Bij het gebruiken van een boormachine en spiraalmenger, mag de spiraalmenger geen lakschade hebben (of van onbehandeld metaal zijn). Hierdoor kunnen houtverkleuringen ontstaan.

Taal
BE